Heks in de media

Heks op bezem

Interview met S.Smith

MARGRIET

Moderne heks Susan Smit: ‘Een bezem is niet om te vliegen maar staat voor het symbolisch reinigen van een ruimte’

Vergeet Eucalypta, vergeet de boze heks uit Hans en Grietje. Hekserij is een oeroude westerse natuurgodsdienst die nieuw leven ingeblazen is. En het zijn de jonge, trendy witte heksen die steeds vaker opduiken.

Om maar meteen een paar cliché’s uit de kast te trekken: nee, er staat geen bezemsteel in de hoek bij journaliste en heks Susan Smit (28) thuis. Ook is er geen puntmuts te vinden, net zo min als een pruttelende zwarte kookpot met hagedissepoten in groen paddenslijm. Het enige hekserige atribuut is misschien kater Karel, die zoet in zijn mandje voor de kachel ligt te spinnen. En Karel is niet eens helemaal zwart, maar zwart wit, en bovendien in bezit van een zeer aimabel karaktertje. En de heks zelf? Die lijkt allesbehalve op Eucalypta, drinkt thee met honing en vertelt gedreven en enthousiast. Over hekserij, want daar wil ze met liefde een hoop over kwijt. ‘Weg met de vooroordelen, het is tijd voor openheid!’ is haar credo. Gelukkig maar, want de heksen vliegen je tegenwoordig om de oren.

Er zijn tv-series over leuke, jonge, trendy heksen en er is net een gloednieuw striptijdschrift, Witch, uit. Het ene na het andere boek over dit onderwerk verschijnt, in Harry Potter wordt driftig getoverd en op internet verdringen de heksen-websites elkaar. “De trend is er, absoluut,” beaamt Susan Smit. “Ik denk dat de aandacht voor hekserij is ontstaan doordat deze maatschappij steeds rationeler is geworden. Maar die andere, meer gevoelsmatige kant van het leven laat zich niet ontkennen; het occulte, het verborgene, het mystieke. Door de leegloop van de kerken is er kennelijk een vacuüm ontstaan. Een stroming als new age, waarin oosterse wijsheid werd omgevomrd naar westers model. hebben we nu wel een beetje gehad. Eigenlijk is het niet meer dan logisch dat we daarna naar onze eigen westerse spirituele wortels op zoek zijn gegaan. Als je dat doet, kom je uit bij hekserij, de oeroude Keltische natuurreligie die dateert van voor het christendom. Voor alle duidelijkheid: het gaat om witte hekserij. Bij de heksen in de serie bijvoorbeeld, is duidelijk dat zij hun gaven en krachten inzetten voor het goede. Dat beeld is wel eens anders geweest, want in sprookjes was de heks altijd een gemene oude vrouw.”

Wat heeft hekserij met spiritualiteit te maken?
“Voor mij persoonlijk heeft spiritualiteit te maken met de zingeving van het bestaan, met het onderzoeken van het mysterie van het leven en je eigen rol hierin. Dat hoeft niet perse met religie te maken hebben, maar bij hekserij is dat wel het geval omdat er een godsbeeld bijhoort. En eigen feestdagen. Dat mensen daar vaak aan twijfelen, komt doordat het geen georganiseerde religie is. Er is geen kerk, geen opperhoofd, geen vaste plek waar iedereen naartoe komt. Het is een individualistische doe-het-zelfreligie. Heksen bekeren niet. Je moet het helemaal zelf uitzoeken, dus op zoek gaan naar mensen die jou daarin willen begeleiden. Je kunt een solitaire heks worden, of je aansluiten bij een bestaande groep, een coven. Ik ben een solitaire heks, een eigenwijze eenling. Dit past bij me. Daarnaast is er een verbintenis met de natuur, met de vrouwelijke intuïtie en het paranormale. Maar het gaat ook om persoonlijke groei: wie ben ik, wat heb en kan ik doen in deze wereld? Het idee van de natuur als spirituele leermeester, spreekt mij aan. Alle spirituele lessen vind je daar.

Als in de herfst de bladeren vallen, heb je zelf ook het gevoel dat je los moet laten. In de lente, als alles opbloeit, wil je schoonmaken, opruimen, je wilt naar buiten, opnieuw beginnen. De herfst en winter zijn letterlijk én figuurlijk naar binnen gekeerde perioden. Heksen hebben feesten die ieder seizoen inluiden en vieren. De maancyclus speelt ook een grote rol. Er is niet alleen groei en vooruitgang nodig, maar ook afbraak, verval en dood: dat vind ik een mooi idee. In deze maatschappij van ‘stilstand is achteruitgang’ was dat voor mij een openbaring.”

Rond hekserij hangt altijd een dikke waas van geheimzinnigheid en geslotenheid. Het heeft jou ook veel moeite gekost om er binnen te komen. Waarom is dat?

“Dat zal voor een deel met de erfenis van vroeger te maken hebben, toen heksen nog op de brandstapel werden gezet. Toen is de hekserij ondergronds gegaan en werd het iets geheimzinnigs. Daarvoor was het gewoon de religie van de mensen van het platteland. Hekserij hield zich voornamelijk bezig met de kennis van de natuur en de geneeskrachtige werking van kruiden, stenen en dergelijke. Die kennis werd van generatie op generatie doorgegeven. Pas in de jaren vijftig is hekserij legaal geworden, maar nog steeds wordt er door de christelijke kerk met argusogen naar gekeken. Daarom hebben veel heksen er tot op de dag van vandaag moeite mee ervoor uit te komen. Maar ik verdenk een hoop heksen er ook van dat het een beetje interessantdoenerij is, hoor. Met name de oude garde doet erg geheimzinnig. De nieuwe stroming heksen is veel opener.”

Toen ik je boek las, dacht ik: wat is het een gedoe om heks te zijn! Dan sta je weer salie te branden, dan zit je met lintjes te knutselen, hogere machten aan te roepen, cirkels te trekken… is heks zijn een tijdrovend iets?
Lachend: “Nou, ik vlecht het meer een beetje tussendoor. Ik moest in het begin ook wennen, ik vroeg me af of al dat theater wel nodig was. Bij het trekken van de cirkel bijvoorbeeld, dacht ik: zitten we onszelf niet voor de gek te houden om te geloven dat je dan als het ware in een magisch tentje zit? In het begin zag ik die rituelen meer als een leuke omlijsting. Die sfeer van kaarsen en wierook sprak mij wel aan. Dat heeft een bepaalde schoonheid, net zoals de kennis van de kracht van kruiden en stenen. Maar zingen, knutselen, en trommelen vond ik iets kinderachtigs hebben.

Totdat ik van twijgen een bezempje moest maken – de bezem staat in de hekserij voor het symbolisch reinigen van een ruimte – en toen ontdekte ik dat ik dat geknutsel eigenlijk heel leuk vind. Door die rituelen heb ik zelfs het kind in mijzelf teruggevonden. Ik was zo serieus geworden, terwijl ik als kind juist heel fladderig en dromerig was. Bovendien merkte ik dat er echt iets gebeurt als je rituelen uitvoert. Als je keer op keer voelt dat er energie opgewekt wordt, kun je dat niet blijven ontkennen omdat je het niet kunt beredeneren.”

De christelijke gedachtegang is dat je je verre moet houden van alles wat ook maar neigt naar het mystieke. De link met satanisme wordt snel gelegd. Verontwaardigt: “Alsof de duivel, het kwaad, hierdoor weer in ons midden komt! Maar de duivel is een uitvinding van het christendom. Heksen erkennen geen duivel, laat staan dat ze hem vereren. Het idee dat heksen duivelvereerders zijn, stamt uit de vijftiende eeuw. Volgens mij was dat gewoon een methode om het heidendom te demoniseren, omdat hekserij als concurrent van het christendom werd gezien.” Maar toch, als je te maken krijgt met krachten uit een andere wereld, is voorzichtigheid geboden. Ik denk dat een waarschuwing om niet lichtzinnig over de drempel van hekserij heen te stappen wel op z’n plaats zou zijn.

“Lichtzinnig moet je er zeker niet mee omgaan. In deze wereld zijn er mensen die het goed of kwaad met je voor hebben en dat geldt voor die andere wereld ook. Je moet sterk genoeg zijn om te gaan. Bij mij heeft het in het begin ook een crisis teweeggebracht. Als je met je zesde zintuig aan de gang gaat, zet je onbewust de sluizen open en dan komen er ook dingen binnen die je niet wilt. Ik wist natuurlijk nog niet hoe je je daar voor af kunt sluiten. Soms was dat beangstigend, uitputtend. Je wordt er zelfs een beetje paranoïde van; iedere tochtvlaag interpreteer je als een geest. Daarom moet iemand die niet in balans is, zich zeker niet met het bovennatuurlijke bezighouden. Maar er zijn ook heksen die niet aan magie doen, hoor, dat hoeft niet per se. Overigens, wij werken alleen met witte magie. Zodra je je met zwarte magie inlaat, plaats je je buiten de traditie van de witte heksen. Wat je uitzendt, komt in drievoud bij je terug, dat is onze ethiek. En ons credo is: Doe wat je wilt, mits het niets of niemand schaadt.”

Wat is wicca nou precies in de hekserij?
“Wicca is een stroming binnen de hekserij. Het is een moderne variant die in de jaren vijftig in Groot-Brittannië is ontstaan. Helaas is wicca erg in de jaren vijftig blijven steken. De nieuwe stroming heksen, waartoe ik behoor, zijn geen wicca’s. Wij zijn traditionele heksen, onze geschiedenis gaat veel verder terug. We zijn dynamischer, gaan met de tijd mee, zijn minder dogmatisch en heel open. De heks anno nu is iemand die heeft leren werken met de krachten van de natuur en die haar zesde zintuig heeft leren ontwikkelen. Die combinatie maakt je tot een heks.” Ze lacht: “Verder zijn we net echte mensen, hoor. We hebben een baan, vrienden, ambities en problemen. Als heks ben je echt niet bijzonder, ik heb geen speciale gaven of zo. Ik wil de hekserij graag toegankelijk maken en ook benadrukken dat iedereen een zesde zintuig heeft. Die paranormale gave is alleen diep weggestopt omdat het niet wordt aangemoedigd in deze maatschappij.”

Wat heeft de hekserij je gebracht?
“Ik ben rustiger geworden. Vroeger was ik altijd maar aan het rennen, nu niet meer. Met rituelen als de jaarfeesten word je gedwongen om stil te staan en terug te kijken. Even tijd voor reflectie. Vroeger had ik de neiging om de dingen te veel te willen analyseren. Ook zo’n eigenschap van journalisten, altijd maar rationeel bezig zijn. Nu kijk ik met open ogen naar de wereld en beleef ik het hier en nu ten volle. Ik ben veel aardser geworden. Ik kijk meer, ik zie meer, pik meer op. Door de hekserij weet ik nu beter wie ik ben. Toen ik er na mijn inwijding vooruitkwam dat ik heks ben, viel er echt een last van me af. Daarvoor had ik wat moeite met de term heks, omdat het zo’n negatieve lading heeft. Bovendien durfde ik mijzelf nauwelijks zo te noemen omdat ik nog zoveel te leren en te bestuderen had. Maar toen ik na mijn inwijding hardop zei: ik ben heks, dacht ik: ja, dit is een deel van mijn identiteit. Het is niet alles wat ik ben; naast christen of boeddhist ben je ook nog een heleboel andere dingen. Maar ik wist: dit is hoe ik mij altijd diep van binnen heb gevoeld.”

Je ziet de toekomst van de hekserij in Nederland zonnig in?
“Ik denk dat hekserij heel groot wordt. Het past in deze tijd, waarin veel meer waardering is voor de natuur en de vrouwelijke intuïtie. In Amerika is het de snelst groeiende religie, rond de vijf miljoen mensen noemen zich daar al heks. Maar ook hier neemt de belangstelling merkbaar toe. Vooral vrouwen voelen zich aangesproken en daarvan is het merendeel onder de 25 jaar. Nu zullen daar heus wel veel meisjes en vrouwen bij zitten die misschien iets te veel naar Charmed of Sabrina the Teenage Witch hebben gekeken, maar degenen die wezenlijk geïnteresseerdd zijn, blijven wel hangen. Begrijp me goed, ik zie niet gebeuren dat hekserij De Religie wordt. Er moet op dat gebied vooral diversiteit blijven. In het christendom zitten ook prachtige dingen. Ik geloof in Jezus, hij was een heel goede leermeester, een verlichte ziel die een prachtige boodschap had.”

Wat te doen als je heks wilt worden?
“Mijn advies is: lees eerst veel over verschillende tradities en stromingen. Vind uit waarom het je zo aanspreekt. Vervolgens kijk je tot welke stroming je je aangetrokken voelt. Op internet, waar heel veel te vinden is, zijn ook e-mail-groepen waar je met andere geïnteresseerden kunt chatten. Zoek gelijkgestemden, ga naar lezingen, open rituelen, er zijn zelfs heksencafés. Wellicht kun je samen of alleen iets opbouwen. Maar zoek je eigen weg, het is en blijft een doe-het-zelfreligie. Hoe je er vorm aan geeft is aan jou.”

Tot slot, bestaan er echt geen boze heksen meer?
“Jawel, Ik ken er een paar waarvan ik dacht: oei, jij moet oppassen dat je jezelf niet te belangrijk gaat vinden. Of die hun status ontlenen aan hun heks-zijn. Die zie je binnenkomen in een enorm zwart gewaad met een gigantisch pentagram om hun nek en die gaan dan vreselijk geheimzinnig zitten doen. Er zullen er heus wel zijn die niet zo deugen. Maar die heb je bij elke religie.”

Tekst: Heleen Spanjaard

Margriet, 13-2-2002, pag. 47-49